Verslagen

Verslag Hans Breuker Marathon Keulen: Viva Kolonia!
Zondagochtend, 2 oktober 05.55 uur. Mijn “roommate” sluit zachtjes de deur van kamer 205 voor het ontbijt om daarna op weg te gaan voor zijn halve marathon. Hij is om kwart voor zes opgestaan. Ik hoor hem niet, en in het donker pakt hij zijn spulletjes. Toffe peer die Dominicus. Om kwart over 7 word ik wakker. Trek de gordijnen open en zie dat de zon opkomt en dat de vlaggen niet bewegen. Hmm, kweet niet…, zou wel eens een hele zware marathon kunnen worden.  De avond ervoor pasta in de Altstadt van Koln met een onovertroffen Erdinger Weissbier. Beproefd recept en je moet nooit afwijken van je rituelen, denk ik maar. Stevig ontbijten en vooral de yoghurt met muesli – nog zo’n ritueel -  is erg belangrijk.
Dan de bus in, waar de strijdplannen worden uitgewisseld. Ondanks de weersverwachting (28 graden) wil ik op 12 per uur vertrekken en dan zien we wel waar het schip strandt. Houd ik dat vol dan finish ik in 3.30. Natuurlijk weet ik ook wel dat dat niet gaat lukken, maar niet geschoten is altijd mis en zoveel kansen zijn er niet om je pr op de marathon te verbeteren, toch?  Op weg naar de start wordt overal geplast waar maar enigszins mogelijk. Zie me dat in het gewone leven niet zo snel doen, maar voor de marathon gelden andere wetten. Dan naar het startvak. Julius en ik staan in het rode, de anderen in het blauwe vak. De speaker probeert de meute op te hitsen en dat lukt hem aardig. Onder de klanken van Viva Holandia (“We zijn er weer bij en dat is prihima,.. Viva…” etc), wordt ” Viva Kolonia” gezongen en iedereen, behalve Julius en ik, zingt uit volle borst mee We wensen elkaar succes en gaan van start.
Wat een geweldige ambiance, wat een  publiek en wat een schitterend parkoers met dito zon. Langs de Rijn loop ik de eerste 15 kilometers heerlijk. Geen centje pijn en makkelijk 12 per uur. En wat je zoal ziet onderweg. Loop op een gegeven moment achter een zeer atletisch gebouwde, donker getinte man in vrijwel alleen een wel erg strakke zwembroek. Het lijkt alsof hij voetbalschoenen draagt met noppen, maar hij loopt erg soepel (in de bus terug vertrouwde Elles mij toe dat ze toch wel een tijdje achter hem was blijven hangen….). Op 18 km komt Elles naast me lopen met de woorden: “hé, eindelijk een bekende”. Ze loopt duidelijk makkelijker dan ik.  Na een paar minuten zeg ik, “ga maar, je moet je eigen tempo lopen”, en ik zie haar tien, vijftig en honderd meter van me vandaan lopen, om vervolgens uit het zicht te verdwijnen. Bij 21 km kom ik de supporters van de loopgroep tegen. Dat geeft altijd weer een boost. Wat een enthousiasme!
Het begint nu toch wel warmer te worden, ook wat stukjes vals plat en opeens, zo bij km 25, denk ik: “dit wordt een hele zware” en begin dingen te voelen die ik nu eigenlijk nog niet hoor te voelen. Bij 27 km krijg ik een tik van de welbekende man en moet voor het eerst in mijn marathon-“carrière” op dit punt al wandelen. Weet niet wat me overkomt, maar op de een of andere manier besef ik dat als ik dat niet doe en dieper ga, ik volledig gesloopt zal finishen. En daar heb ik geen zin in. Afwisselend wandelen en hardlopend ga ik door. Denk zelfs op een gegeven moment aan uitstappen in de veronderstelling dat iedereen van de loopgroep het bijltje er wel bij neer zal gooien. Gek genoeg baal ik niet van mijn wandel/loop-ritme en geef de kinderen langs de kant vrolijk een high five..
Maar dan. Die Duitsers weten precies wat een marathonloper op dat moment nodig heeft. Cola! Geen Pepsi of een ander merk, nee COCA COLA! Zonder koolzuur en lekker koud. Helemaal goed. Echt een godendrank voor de marathonloper en voorzover nog niet bekend, een tip voor elke organisatie. Ik neem elke post een paar flinke slokken en voel me stukken beter. Kom, zo ongeveer bij het 40 km-punt, Dees en Geert-Jan tegen. Roep: ” Helemaal kapot!” , waarop Geert-Jan schreeuwt: ”Geeft niet, doorlopen!”. Kijk, dat zijn de teksten, - hoe simpel ook - waar je verder mee kunt en ik loop richting die k-brug. Het laatste stukje. Krijg daar nog aanmoedigingen als:  “Hans, dus schaffst es!” en terwijl ik wandel, in plaats van het gebruikelijke “kom op doorlopen!” een welgemeend, maar verbazingwekkend “rustig doorwandelen, dan kom je er ook”. Vlak voor de finish zie ik in een ooghoek nog de loopgroepers enthousiast over de hekken hangen en finish in 3.56 en nog wat.
Dan het uitloopgebied. Ook hier duidelijk een organisatie die weet wat belangrijk is. Geen nee te koop. Broodjes, chips, worst, kaas, zoute stengels, sportdrank, (alcoholvrij) bier en nog veel meer. Precies wat ik nodig heb. Vlei me, zo goed en zo kwaad als dat gaat met twee grote glazen gerstenat op de grond en zit daar echt helemaal tevreden met mezelf, fantastisch lekker bij te komen. De vrouw die ook net gefinisht is en naast me zit glimlacht alleen en zwijgend drinken we. Zelden zo’n goed gevoel gehad na een marathon. Kort daarna komen Donald en Roelof binnen. Donald met een nieuw pr en beiden dik tevreden. Daarna met Roelof naar een grasveldje gelopen om nog wat bij te komen (mijn dochter zou zeggen; ”te chillen”) en terug in de bus naar het hotel.
De dag daarna alweer plannen voor een volgende. Bijvoorbeeld de Berenloop volgend jaar. Ik opper dat ik tot nu toe alleen marathons heb gelopen in de korte (vlinder)broek en dat 42 km in een lange thight in november op Terschelling mij niet echt wat lijkt. Waarop Dubois de onvergetelijke woorden spreekt: “Ooit een Keniaan in een lange broek de marathon zien lopen?”


Verslag Martha / Marathon Keulen: Een mentale of een fysieke inspanning?

En ja dan komt er een mail van de Loopgroep. Wil je gaan trainen voor een najaarsmarathon? Na de 1e marathon gezworen dat ik dit dus echt nooit meer ging doen. We zijn 3 jaar verder en het lopen gaat stukken beter. Dus….? Het moet kunnen en ook in een PR. Trainen kan altijd dan zien we wel weer verder. Ja, ik ga trainen voor de marathon voor Keulen!

Tot aan de zomervakantie gaat het trainen super. Vaak gaan de eerste kilometers vanzelf, gezellig kletsen, beetje geouwehoer. Ik loop vaak te snel, kan niet achteraan lopen.  Zelfs in Bakkeveen loop ik gemakkelijk de laatste heuvels (nou ja … tjes) op. Dit geeft hoop.

Maar na een superleuke vakantie van 3 weken in Peru, gaat het lopen, ondanks de hoogtestage, wel wat minder goed. Uiteindelijk is mijn langste duurloop 32 km  (de rest heeft 36 gehaald). De twijfel slaat toe: wel of niet Keulen of toch maar de marathon van Amsterdam). De andere lopers zullen er wel gek van worden. Tot aan het laatst weet niemand meer wat ik nu ga lopen. Dan gaat de knop bij mezelf om. Ik ga Keulen lopen en ik zie het wel.

De nacht redelijk goed geslapen. Ik heb zelfs niet gehoord dat Froukje vertrekt. In de bus 3 x op het toilet gezet, maar ja ik heb natuurlijk ook veel gedronken. Dan in het startvak. Even staat het huilen mij nader dan het lachen. Ik ga 42 km en 195 meter lopen. Het is toch wel een eind. “he daar is Sjonnie, hij is nog fris na 21 km, voor hem toch leuk om nog 42 km te lopen?“ Voorzichtig meld ik dit bij Sjonnie, hij lijkt toe te happen. Ja hoef ik dan echt niet?”
Maar ja dan “krijgt de ratio gelukkig de overhand. Je hebt getraind, je kan het best, mits je maar langzaam loopt. ’s Morgens nog overleg met Anton en later Roelof. Beide adviseren om op 9 km per uur te vertrekken. Dat dan maar doen.

Eindelijk valt het startschot. Rustig vertrek ik. Maar ja het horloge geeft 9,7 km aan. “Rustig aan Martha, dit is te hard, ga nu terug, Erik Pronk loopt vlak voor je, dit houd je niet vol. Achter Erik blijven, zak nu af”.. We lopen langs de Rijn, die ik het hele weekend consequent de Seine blijf noemen. Erik blijft in het vizier en ik neem me voor om af te zakken. We lopen heen en weer langs de Rijn, na een aantal km’s kom ik Jacob tegen. Hij loopt alweer terug.

De eerste 20 km loop ik steeds stukken met Erik op. Dit geeft de nodige afleiding en het voelt nog steeds goed, ondanks die 9,7 tot 9,8 km per uur. “Is dit nu wel verstandig, straks ga je kapot en heb je spijt”. Uiteindelijk besluit ik gewoon te gaan; ik zie het wel. Door de lussen zien we onze andere loopgroepers zo nu en dan voorbijkomen. Dit geeft de nodige afleiding.

Gelukkig ook veel supporters van onze geweldige loopgroep. Wanneer je je naam hoort, dan loop je een stuk gemakkelijker. Bij 24 km begin ik mijn benen te voelen. Ik heb me voorgenomen om voor de 32 km niet te stoppen voor een waterpost of te wandelen. Dan wordt het zwaar bij 28 km.  “Nee, nu nog niet wandelen, probeer vol te houden tot de volgende waterpost. Je hebt nog een goed tempo: je kan een PR halen.”.

Mijn eerste stop is net voor de 32 km waterpost. Ik wandel een stuk. Dan slaat de vertwijfeling toe. De tranen staan mij nader dan het lachten.  “Waarom wil je dit dan ook. Altijd die bewijsdrang. Lopen kan ook zonder wedstrijdjes. Ik doe dit nooit weer, wat er ook gebeurt. En deze keer meen ik het.”

Gelukkig weet ik me weer te hervinden. Grappig is dat wanneer je positief denkt, het weer beter gaat. Rechtop lopen, rustig ademen en die benen gaan wel weer over. Ik moet wel de nodige keren wandelen. Bij 37 km wordt het weer lastig. “Doorgaan, je haalt het gemakkelijk in een PR. Nu stoppen is gewoon dom.”

Voor me zie ik opeens Henk wandelen. Ik roep kom op, maar hij heeft kramp en moet wel lopen. Balen. In de training loopt hij altijd gelijkmatig en goed. Bijna bij de brug. De brug mag ik van mezelf wandelend omhoog. Dan begin ik weer te lopen. Daar staan Geert Jan en nog een groepje. Ik kan nog stralen. Aan de andere kant nog een hele groep. Ik loop er heen en heb nog de energie om hand om hoog te doen. De laatste kilometer. Ik verwacht nu inmiddels bordjes om de 100 meter, maar ze komen maar niet. De vertwijfeling slaat toe. Moet ik nog meer lopen?.

Maar dan: een groot bord met ZIEL!

Ik ben er. De finish is een beetje kaal. Gelukkig staan vrij vlak na de finish een groot aantal van onze groep. Ondanks de zere benen voel ik me geweldig en trots. Een pr.

En nu? “je kan vast nog wel harder, wanneer je nog beter traint. Onder de 4 uur 30 moet er toch inzitten. Maar je wilde toch niet meer: je had het jezelf gezworen. Ja, maar ……….

Een marathon lopen het blijft een gek ding. Het zit voor een deel in je hoofd en dat hoofd van mij werkt niet altijd mee. Gelukkig zijn er medelopers, supporters en toeschouwers. Die maken het een stukje eenvoudiger. Ondanks alle stress, vertwijfeling enz. heb ik een geweldig weekend gehad en leuke trainingen.  

Verslag Donald / Marathon van Keulen

Wat een afstand. Wie heeft die afstand ooit uitgevonden. Oke, een of andere Griekse soldaat Pheidippides die zo graag van Marathon naar Athene wou lopen om het nieuws van de overwinning van Atheners op de Perzen te melden. En daar maak je dan later gewoon een hardloopwedstrijd van. En juist die afstand stond afgelopen weekend (2 oktober) in Keulen gepland in mijn agenda. Ik heb er al meer over geschreven in mijn blog en iedere lezer weet onderhand wel dat dit de eerste marathonvoorbereiding zonder blessures was.
En ergens zit er dat kleine plekje in je hoofd die denkt dat je dan een wereldtijd moet kunnen lopen.


Hoe anders kan het dan voelen als de temperatuur niet normaal rond de 16 graden is, maar eerder richting de 30. Toch samen met Roelof besloten om maar te kijken hoe het onderweg zou voelen en gaan.
In verband met het prachtige weer onderweg veel mensen. Wat zeg ik "ik kreeg het Alpe d'Huzes gevoel". We liepen door een haag van mensen. En het voelde goed. Niet te de beoogde start van 11,4 in het uur, maar rond de 10,5. Het was tenslotte warm en het kon van het ene op het andere moment niet meer gaan.
Zoals Benali in zijn boek schreef :"de marathon is een duurloop van zo'n 32 kilometer en een wedstrijd van 10 kilometer. Dus, geen risico's nemen en vooral geconcentreerd lopen. Onderweg genietend van de vele toeschouwers en onze loopmaatjes langs het parcours.


Een prachtige marathon. De eerste 20 kilometer liepen we langs de Rijn waarna we de laatste helft dwars door de stad liepen. Weinig wind, maar veel zon. Pittig dus. Onderweg haalden we een aantal lopers van onze groep in en dat geeft natuurlijk even vleugels. Keurig rond het half uur een SIS gel naar binnen gewerkt en de tijd genomen bij de drankposten. En het ging goed en voelde goed. Tot 32 kilometer. "Loop maar door Roelof", maar gelukkig bleef hij wachten. Een momentje om een souvenier achter te laten in de Keulse straten. Misselijk, waarom overkomt mij dat altijd. De benen willen wel en tussen de oren zit het ook nog wel goed. Dubbel zoute dropjes eten helpt wel wat, maar dit jaar was er Coca Cola. En daar heb ik gretig gebruik van gemaakt. En dat beviel goed. Na het momentje op 32 kilometer kon ik weer in een stuk op nagenoeg het zelfde tempo doorlopen tot rond de 40 kilometer. Zelfde verhaal, een momentje en dan is het nog "maar" 2 kilometer en een beetje...zou je denken. Maar in die laatste kilometers zaten nog kinderkopjes en een brug over de Rijn. En geen klein bruggetje. Ik was kapot..."doorlopen" riep Roelof en in gedachten zou ik mezelf 10 meter wandelen geven boven op de brug. Tot Roelof riep dat we onder mijn PR konden lopen als we door zouden zetten. Tanden op elkaar en gaan. Niks geen loopmaatjes zien langs de kant, ik had er geen oog meer voor en kan me eigenlijk ook weinig van de finish herinneren.



Maar het was gelukt, 20 seconden er af. Het lijkt zo weinig, maar zonder de extreme temperaturen moet het anders toch gelukt zijn om er misschien wel 10 minuten vanaf te lopen.
Dit was het maximale en ik kan alleen maar weer trots op mezelf zijn....nummer 8 in de pocket en een stuk zelfvertrouwen er bij